Israël-Palestina als splijtzwam in onze samenleving
Een bekend gezegde luidt: als het regent in het Midden-Oosten dan druppelt het in Europa. Zo ook in Nederland. Inmiddels kunnen we zeggen dat het stormt. Het is aan de politiek om moed te tonen en het gesprek aan te gaan. Juist nu.
Op 5 oktober zat ik met mijn goede Israëlische vriend Lev in Kopenhagen. Hij woont daar met zijn Deense vrouw en hun kind, ik was er op werkbezoek. We kenden elkaar van mijn tijd in Israël toen ik daar op de Nederlandse Ambassade werkte. Als ik in de buurt ben laat ik meestal iets weten. Zo ook deze keer.
Tijdens onze ontmoeting hadden we het over van alles en nog wat, en natuurlijk over het Israël-Palestina conflict. Zelf ben ik zeer begaan met Israël. Ik heb er niet alleen gewoond maar voel ook een connectie door mijn Joodse afkomst en omdat ik er veel mensen ken. Datzelfde geldt voor de Palestijnse zijde waar ik ook vaak ben geweest en met veel Palestijnen heb mogen werken.
In de tien jaar dat Lev en ik elkaar kennen is er in het conflict bijzonder weinig veranderd. Netanyahu zit er nog steeds en holt de democratie steeds verder uit, het Palestijns leiderschap is nog net zo corrupt als voorheen, en radicalisme groeit aan beide kanten. Het conflict zelf is nog altijd uitzichtloos. De periodieke aanslagen en militaire acties veranderen daar weinig aan.
De geschiedenis kan soms wat repetitief aanvoelen. Toch constateerde Lev dat er iets anders was. Het was hem opgevallen dat het de laatste jaren wel leek mee te vallen met de emoties die het Israël-Palestina conflict oproept. Zeker in landen als Nederland en Denemarken. Het voelde voor hem als een soort opluchting, om niet altijd het gevoel te hebben op eieren te hoeven lopen. Een herkenbaar gevoel.
Twee dagen na mijn gesprek met Lev was alles anders. Op 7 oktober zaaide Hamas een verschrikkelijke terreur in Israël. Ruim 1300 Israëliërs, voornamelijk burgers, zijn daarbij op gruwelijke wijze omgekomen. Meer dan honderd Israëliërs zijn ontvoerd. Het conflict dreigt op ongeziene schaal te escaleren waarbij zowel Israëliërs als Palestijnen het slachtoffer zijn.
Ook in Nederland lopen de emoties hoog op. Een week geleden hadden Lev en ik het erover dat het wel leek mee te vallen met de sentimenten rondom dit conflict. En kijk nu eens. Het lijkt erger dan ooit. Het gaat zover dat sommige Joden niet meer alleen de straat op durven en Joodse scholen uit voorzorg gesloten blijven. Aan de andere kant maken sommige opiniemakers gebruik van de aanslag om hun anti-islam en anti-migratie retoriek kracht bij te zetten. Het is allemaal onacceptabel. Toch gebeurt het.
Zowel de landelijke als de lokale politiek worstelen hoe hiermee om te gaan. Dat geldt ook voor Eindhoven, de stad waar ik raadslid ben. In zulke situaties is wat je als politiek ook doet bijna altijd fout. Zo voelt voor mij de reactie van de gemeente op de aanslagen als een teleurstelling. Ja, het Israël-Palestina conflict is lastig. Maar je uitspreken over een terreuraanval zoals die van afgelopen zaterdag zou dat nooit moeten zijn. In mijn ogen deden we dat onvoldoende.
Maar dat betekent niet dat mijn manier wel de juiste is. Hoe fijn die stevige steunbetuiging ook was geweest, ook ik zie de enorme polarisatie die dit onderwerp teweegbrengt. Dat is zorgelijk. Juist nu wil je met elkaar praten. Emoties kunnen delen. Dat geldt voor mij maar ook vele anderen die ik spreek. Het klinkt cliché maar dat is het allerminst. We zijn als samenleving te vaak geneigd gevoelige onderwerpen uit de weg te gaan, hierdoor bieden we niet alleen ruimte aan radicale geluiden maar zorgen er ook voor dat veel mensen gefrustreerd en onbegrepen achterblijven.
In Amsterdam gaf burgemeester Femke Halsema het goede voorbeeld. In haar ambtswoning sprak ze met honderd Amsterdammers over het conflict. Daar zaten veel Joden en moslims bij. Deelnemers putten hoop uit het gesprek. Hoop om elkaars pijn en emoties beter te begrijpen. Hoop om bij te dragen aan nuance en polarisatie tegen te gaan. Dit soort gesprekken hebben we overal nodig, ook in Eindhoven. We lossen het conflict er niet mee op maar maken Nederland wel een stukje prettiger.
Nog steeds denk ik terug aan mijn gesprek met Lev en hoe hij nu denkt over polarisatie. Het zal waarschijnlijk niet meevallen. Toch heb ik hoop. Hoop dat wanneer ik hem weer tref het alsnog beter gaat. Dat er genoeg mensen zijn met wie we het niet eens zijn, maar dat we elkaar wel beter begrijpen en het erover kunnen hebben. Ik geloof dat het kan.