Zonder visie op de industrie van morgen loopt Nederland vast
Alleen een bak geld houdt ASML niet in Nederland. Wat Nederland nodig heeft is industriepolitiek: een echte visie op de economie van morgen.
Alleen een bak geld houdt ASML niet in Nederland, verwacht Tjeerd Ritmeester, gemeenteraadslid in Eindhoven voor de PvdA. Wat Nederland nodig heeft is industriepolitiek: een echte visie op de economie van morgen.
Het nieuws sloeg in als een bom. Techreus ASML, gevestigd in de regio Eindhoven, zou serieus overwegen Nederland de rug toe te keren.
Inmiddels is er 2,5 miljard euro extra uitgetrokken voor de regio Eindhoven. Maar is het genoeg? Allesbehalve. Het nieuwe kabinet moet weer zo snel mogelijk industriepolitiek bedrijven.
Dat de overheid geschrokken is van de waarschuwing van ASML, is niet vreemd. De producent van chipmachines symboliseert de economie en de welvaart van morgen, een toekomst grotendeels gedragen door een succesvolle techsector. In de Brainportregio, waar 21 gemeenten nauw samenwerken met het bedrijfsleven en kennisinstellingen, wordt deze industrie gebouwd.
Deze ontwikkeling moeten we niet onderschatten. Er hangt veel van af. Het betekent dat niet alleen de techbedrijven en zij die er werken ervan profiteren, maar iedereen. Per hightech-baan worden er drie mbo-banen gecreëerd. De sector heeft weer allerlei toeleveringsbedrijven nodig, van materialen tot schoonmaak. Ook de zorg, onderwijs, en zelfs onze ambities op klimaat zullen door het succes van dit soort sectoren betaald moeten worden.
Terwijl ASML en de Brainportbedrijven flink groeien, zitten stad en regio tegen hun grenzen aan. Er is een tekort aan woningen, leraren, zorgmedewerkers en publieke voorzieningen. Deze problemen spelen in heel het land, maar in Eindhoven lopen ze sneller uit de hand. Dat is niet goed voor Eindhoven maar dat is ook niet goed voor de rest van het land. Dat er nu veel geld wordt uitgetrokken is dus eigenlijk logisch.
Belangrijke keuzes zijn te lang niet gemaakt
Het bedrag van 2,5 miljard euro is een eerste stap, maar niet genoeg. Ook het nieuwe kabinet moet belangrijke sectoren helpen groeien zoals de techindustrie. Toch gaat dit over meer dan over geld of de techsector alleen. Dit is evenmin een economisch liberaal pleidooi om het grootbedrijf meer vrije ruimte te geven. Integendeel, te lang hebben we gedacht dat de markt en grote bedrijven de problemen zelf wel oplossen. Nu zijn er andere keuzes nodig, niet alleen voor Brainport maar voor heel het land.
Wat Nederland nodig heeft is een overheid die zich weer actief bemoeit met hoe de economie zich ontwikkelt, industriepolitiek dus. We hebben een overheid nodig die weet hoe de economie van morgen eruit komt te zien. Een overheid die ruimte maakt voor belangrijke sectoren en daarvoor de juiste voorwaarden creëert. Die investeert in regio’s waar de belangrijkste sectoren zitten of zouden moeten zitten.
Aan zo’n visie heeft het te lang ontbroken. Belangrijke keuzes zijn niet gemaakt waardoor de grenzen van gezonde groei bereikt zijn. Brainport is een voorbeeld van een regio die vastloopt. Dit terwijl andere gemeentes in het land zitten te springen om meer economische ontwikkeling.
Daarom is het niet uit te leggen dat er niet in andere regio’s wordt geïnvesteerd waar bedrijven zoals ASML kunnen groeien. Zulke keuzes zijn nodig om op gezonde wijze de economie van morgen te bouwen.
Terwijl in Nederland zo’n visie ontbreekt, hebben veel andere landen die wel. Zeker als het op de techsector aankomt. Dan hebben we het niet alleen over China en de Verenigde Staten, maar ook over steeds meer Europese landen, zoals Frankrijk en Duitsland.
Snelle actie
In die landen zien we dat de overheid miljarden investeert in verschillende regio’s om zowel ASML-achtige bedrijven naar hun land te lokken als de groei in goede banen te leiden.
Voor de regio Eindhoven is een stap gezet. Toch is er meer nodig, veel meer. De economie van morgen komt niet vanzelf. De belangen die op het spel staan zijn groot, niet slechts voor een paar grote bedrijven maar voor heel Nederland. Het nieuwe kabinet moet daarom doorpakken door industriepolitiek te bedrijven. Hoe langer we wachten hoe slechter dat is voor iedereen.
‘Alles wat er in de wereld gebeurt, raakt Eindhoven’
Eindhoven is geen eiland. Alles wat er internationaal speelt heeft invloed op Brainportbedrijven en daardoor ook op inwoners. Als raadslid kom je er niet meer mee weg om je schouders op te halen over wat er gebeurt in de rest van de wereld.
Eindhoven is geen eiland. Alles wat er internationaal speelt heeft invloed op Brainportbedrijven en daardoor ook op inwoners. Als raadslid kom je er niet meer mee weg om je schouders op te halen over wat er gebeurt in de rest van de wereld.
Van spanningen tussen China en Amerika tot de Russische invasie in Oekraïne. Het zijn geen onderwerpen waarbij je meteen denkt aan de Eindhovense gemeenteraad. Toch gaat dit op 5 september tijdens de eerste raadsavond na het zomerreces besproken worden. Om als raadsleden meer grip op de groei van onze stad te krijgen, is het belangrijk te weten hoe geopolitieke ontwikkelingen invloed hebben op Eindhoven.
De relatie lokaal en internationaal is niet voor iedereen even vanzelfsprekend. Toen de Eindhovense gemeenteraad het stadsbestuur opriep de vriendschapsband met de Chinese stad Nanjing te verbreken vanwege mensenrechtenschendingen in China, was er zowel lof als kritiek. Wat weet een gemeenteraad nu van China? Waarom moeten raadsleden zich uitspreken over zaken die niks met Eindhoven te maken hebben?
Het antwoord is simpel. Eindhoven is geen eiland. Onze bedrijven gaan de hele wereld over. Dat vinden we mooi want het levert de gemeente veel op. Maar het brengt ook risico’s met zich mee. Hoe afhankelijker de Eindhovense economie is van de internationale markt, des te belangrijker is het om te weten wat er op die markt gebeurt. Een voorbeeld: Als China besluit Taiwan binnen te vallen dan raakt dat niet alleen de Brainportbedrijven maar ook onze stad. Van armoede tot werkgelegenheid, we zullen het allemaal voelen.
Economie van morgen
Om die reden nemen zowel Den Haag als Brussel belangrijke maatregelen om industrieën zoals Brainport beter te beschermen tegen dit soort risico’s. Dat is belangrijk, niet alleen voor Eindhoven maar voor heel Europa. Bedrijven zoals die in Brainport moeten het hart vormen van de Europese economie van morgen. De welvaart van onze kinderen en kleinkinderen hangt ervan af. Dat kunnen en mogen we niet op het spel zetten.
Dit is belangrijk als raadslid om te weten. Maar het gaat verder dan dat. Meer kennis over het internationale betekent ook meer grip op de groei van onze stad. De grote investeringen uit Brussel en Den Haag, hoe belangrijk ze ook zijn om ons te wapenen tegen gevaren van buitenaf, kunnen ook negatieve gevolgen hebben voor stad en inwoner. Het is niet vanzelfsprekend dat heel de stad profiteert van dit soort bedragen. Dat moeten we als raadsleden goed in de gaten houden.
Wanneer raadsleden op tijd zien aankomen wat er vanuit Brussel en Den Haag op ons afkomt, en waarom, dan begrijpen we ook beter wat dit voor Eindhoven betekent en dan kunnen we op tijd bijsturen. Dat betekent dat we nog beter moeten nadenken hoe we ons eigen geld besteden. Maar ook welke opdracht we onze lobbyisten en stadsbestuurders meegeven als zij praten met hun contacten in Den Haag, Brussel of elders. Dat betekent dat we als gemeenteraad moeten nadenken over hoe Eindhoven zich internationaal wil manifesteren, ook los van Brainport. Dat kan niet zonder kennis van het internationale.
Uitgenodigd
Geopolitiek aan de Dommel. Het klinkt ironisch maar het is realiteit. Als we ons internationale belang onder ogen zien, dan zien we ook welke invloed het internationale heeft op onze inwoners en op welke manier we eventueel moeten bijsturen. Het is tijd om daarover te praten. Dat doen we op 5 september in de gemeenteraad. Met experts kijken we hoe het internationale Eindhoven steeds vaker raakt. En wat we als gemeenteraad daarmee moeten. De hele stad is uitgenodigd.
Identiteit en politiek
Vaak wordt de vraag gesteld dat we duidelijker moeten maken wat de gemeente voor inwoners doet om hen weer aan de politiek te binden. Daar geloof ik niet in. Dat is hoe een manager naar het probleem kijkt en daar hebben we er al genoeg van in de politiek. Wat mij betreft zit het probleem veel meer op identiteit.
De uitdagingen vandaag de dag zijn niet klein. Met Brainport hebben we een krachtige economische motor, maar te weinig Eindhovenaren merken dat. Woningnood, bezuinigingen op de zorg, politieke besluiten die niet te volgen zijn en corona. Dit leidt ook in Eindhoven tot meer wantrouwen.
Dat zagen we al tijdens de afgelopen verkiezingen. Niet alleen landelijk met de overwinning van de PVV, maar ook lokaal. In Eindhoven was het opkomstpercentage slechts 41.8%. De meerderheid van de Eindhovenaren kwam niet naar de stembus.
Waar ligt dat aan? De kranten staan vol met analyses. Angst voor buitenlanders, te weinig aandacht voor de woningmarkt, of de toeslagenaffaire. Maar soms kunnen alle individuele oorzaken ook duiden op hetzelfde probleem. Veel Eindhovenaren voelen zich niet alleen niet gehoord, maar ook niet vertegenwoordigd. De politiek is er niet voor hen. En helemaal ongelijk hebben ze niet.
Vaak wordt de vraag gesteld dat we duidelijker moeten maken wat de gemeente voor inwoners doet om hen weer aan de politiek te binden. Daar geloof ik niet in. Dat is hoe een manager naar het probleem kijkt en daar hebben we er al genoeg van in de politiek.
Wat mij betreft zit het probleem veel meer op identiteit. Als stemmer wil je natuurlijk politici die je directe problemen oplossen, maar je wilt ook kunnen identificeren met politici. Die echt voor een identiteit, waarden, en visie staan. Die een stad met al haar mogelijkheden, uitdagingen, en verschillende groepen inwoners kan binden.
Dat uit zich op twee manieren. Als politicus zit het voor een groot deel in de praktijk. Heel simpel, in de stad aanwezig zijn, je gezicht laten zien, herkenbaar zijn, het nieuws halen. Daarom doen de politici die veel Eindhovenaren kennen het zo goed. Inwoners kunnen zich identificeren, herkennen de persoon.
Maar het is niet alleen het individu. Juist op algemeen niveau moeten inwoners zich met de politiek en de gemeente kunnen identificeren. Identiteit moet zich uiten in wat ons bindt als Eindhovenaar. Wat het betekent om in deze stad te wonen. Wat je kan verwachten. Welke voordelen dat oplevert, wat ons onderscheidt, maar ook welke plichten daarbij horen.
Als wij Eindhovenaren niet aan ons kunnen binden hoe kunnen we dan zeggen dat we het voor Eindhovenaren doen? Dat doen we dan niet. Pas als de Eindhovenaar naar ons komt kunnen ze op ons rekenen, maar zo makkelijk gaat het vaak niet. Te lang heeft het niks betekent of je nu in Eindhoven of Tilburg woont. Maar zo ervaren veel inwoners dat niet. Het doet er namelijk wel toe. Dit is onze stad en wij doen het voor de Eindhovenaren. Die van nu en in de toekomst.
Eindhoven is een fantastische stad die voor een ongekende groei staat. We hoeven Eindhovenaren echt niet uit te leggen waarom ze trots moeten zijn op deze stad. Maar we moeten wel meer moeite doen om politiek, overheid, en inwoners ook emotioneel meer aan elkaar te binden. De trots die wij voelen moeten we ook met elkaar kunnen delen.
De geschiedenis en toekomst van Eindhoven delen met de stad. De vruchten van de groei overal laten voelen. Eindhovenaren actief laten meedenken en meedoen in de ontwikkelingen waar we mee bezig zijn. Maar ook onze plek in Nederland en Europa. Uitspreken tegen hen die onze waarden schenden hoort er ook bij. Maar eveneens flink investeren in plekken waar we samen komen, feesten vieren, en symboliek.
Juist dit zorgt ervoor dat het vertrouwen groeit. Want we staan echt ergens voor. Het maakt de stap naar de gemeente kleiner. De mensen die dezelfde waarden en emoties delen. Het Eindhovense gevoel dat we allemaal in ons dragen.
Israël-Palestina als splijtzwam in onze samenleving
Een bekend gezegde luidt: als het regent in het Midden-Oosten dan druppelt het in Europa. Zo ook in Nederland. Inmiddels kunnen we zeggen dat het stormt. Het is aan de politiek om moed te tonen en het gesprek aan te gaan. Juist nu.
Een bekend gezegde luidt: als het regent in het Midden-Oosten dan druppelt het in Europa. Zo ook in Nederland. Inmiddels kunnen we zeggen dat het stormt. Het is aan de politiek om moed te tonen en het gesprek aan te gaan. Juist nu.
Op 5 oktober zat ik met mijn goede Israëlische vriend Lev in Kopenhagen. Hij woont daar met zijn Deense vrouw en hun kind, ik was er op werkbezoek. We kenden elkaar van mijn tijd in Israël toen ik daar op de Nederlandse Ambassade werkte. Als ik in de buurt ben laat ik meestal iets weten. Zo ook deze keer.
Tijdens onze ontmoeting hadden we het over van alles en nog wat, en natuurlijk over het Israël-Palestina conflict. Zelf ben ik zeer begaan met Israël. Ik heb er niet alleen gewoond maar voel ook een connectie door mijn Joodse afkomst en omdat ik er veel mensen ken. Datzelfde geldt voor de Palestijnse zijde waar ik ook vaak ben geweest en met veel Palestijnen heb mogen werken.
In de tien jaar dat Lev en ik elkaar kennen is er in het conflict bijzonder weinig veranderd. Netanyahu zit er nog steeds en holt de democratie steeds verder uit, het Palestijns leiderschap is nog net zo corrupt als voorheen, en radicalisme groeit aan beide kanten. Het conflict zelf is nog altijd uitzichtloos. De periodieke aanslagen en militaire acties veranderen daar weinig aan.
De geschiedenis kan soms wat repetitief aanvoelen. Toch constateerde Lev dat er iets anders was. Het was hem opgevallen dat het de laatste jaren wel leek mee te vallen met de emoties die het Israël-Palestina conflict oproept. Zeker in landen als Nederland en Denemarken. Het voelde voor hem als een soort opluchting, om niet altijd het gevoel te hebben op eieren te hoeven lopen. Een herkenbaar gevoel.
Twee dagen na mijn gesprek met Lev was alles anders. Op 7 oktober zaaide Hamas een verschrikkelijke terreur in Israël. Ruim 1300 Israëliërs, voornamelijk burgers, zijn daarbij op gruwelijke wijze omgekomen. Meer dan honderd Israëliërs zijn ontvoerd. Het conflict dreigt op ongeziene schaal te escaleren waarbij zowel Israëliërs als Palestijnen het slachtoffer zijn.
Ook in Nederland lopen de emoties hoog op. Een week geleden hadden Lev en ik het erover dat het wel leek mee te vallen met de sentimenten rondom dit conflict. En kijk nu eens. Het lijkt erger dan ooit. Het gaat zover dat sommige Joden niet meer alleen de straat op durven en Joodse scholen uit voorzorg gesloten blijven. Aan de andere kant maken sommige opiniemakers gebruik van de aanslag om hun anti-islam en anti-migratie retoriek kracht bij te zetten. Het is allemaal onacceptabel. Toch gebeurt het.
Zowel de landelijke als de lokale politiek worstelen hoe hiermee om te gaan. Dat geldt ook voor Eindhoven, de stad waar ik raadslid ben. In zulke situaties is wat je als politiek ook doet bijna altijd fout. Zo voelt voor mij de reactie van de gemeente op de aanslagen als een teleurstelling. Ja, het Israël-Palestina conflict is lastig. Maar je uitspreken over een terreuraanval zoals die van afgelopen zaterdag zou dat nooit moeten zijn. In mijn ogen deden we dat onvoldoende.
Maar dat betekent niet dat mijn manier wel de juiste is. Hoe fijn die stevige steunbetuiging ook was geweest, ook ik zie de enorme polarisatie die dit onderwerp teweegbrengt. Dat is zorgelijk. Juist nu wil je met elkaar praten. Emoties kunnen delen. Dat geldt voor mij maar ook vele anderen die ik spreek. Het klinkt cliché maar dat is het allerminst. We zijn als samenleving te vaak geneigd gevoelige onderwerpen uit de weg te gaan, hierdoor bieden we niet alleen ruimte aan radicale geluiden maar zorgen er ook voor dat veel mensen gefrustreerd en onbegrepen achterblijven.
In Amsterdam gaf burgemeester Femke Halsema het goede voorbeeld. In haar ambtswoning sprak ze met honderd Amsterdammers over het conflict. Daar zaten veel Joden en moslims bij. Deelnemers putten hoop uit het gesprek. Hoop om elkaars pijn en emoties beter te begrijpen. Hoop om bij te dragen aan nuance en polarisatie tegen te gaan. Dit soort gesprekken hebben we overal nodig, ook in Eindhoven. We lossen het conflict er niet mee op maar maken Nederland wel een stukje prettiger.
Nog steeds denk ik terug aan mijn gesprek met Lev en hoe hij nu denkt over polarisatie. Het zal waarschijnlijk niet meevallen. Toch heb ik hoop. Hoop dat wanneer ik hem weer tref het alsnog beter gaat. Dat er genoeg mensen zijn met wie we het niet eens zijn, maar dat we elkaar wel beter begrijpen en het erover kunnen hebben. Ik geloof dat het kan.
Hervormingen zijn iets maar niet genoeg
Minister Hugo de Jonge kondigde op 31 Juni 2022 belangrijke ingrepen op de woningmarkt aan na afspraken Den Haag met woningcorporaties! Verdubbeling nieuw te bouwen sociale woningen, lagere huren voor lagere inkomens, isolatie zonder huurverhoging, en andere maatregelen die nog in de pijpleiding zitten.
Minister Hugo de Jonge kondigde op 31 Juni 2022 belangrijke ingrepen op de woningmarkt aan na afspraken Den Haag met woningcorporaties! Verdubbeling nieuw te bouwen sociale woningen, lagere huren voor lagere inkomens, isolatie zonder huurverhoging, en andere maatregelen die nog in de pijpleiding zitten.
Ik ben blij dat er stappen worden genomen om de crisis op de woningmarkt aan te pakken. Zeker voor de groepen waar dit het meeste pijn doet zoals Nederlanders tot 120% minimum inkomens. Minder blij dat het zo laat komt, dat het effect van de maatregelen nog wel even op zich laat wachten, en dat veel andere groepen die ook elk dubbeltje moeten omdraaien maar net buiten de laagste inkomens vallen niet (duidelijk) worden geholpen. Veel Nederlanders dreigen daardoor alsnog in de armoede weg te zakken.
Minister de Jonge zegt desondanks dat Volkshuisvesting weer terug is. Maar dat is niet zo. Voor Volkshuisvesting moet je daadwerkelijk regie over de hele woningmarkt durven nemen, de vrije sector met de grootste excessen aan banden durven leggen, en vertrouwde partners zoals de woningcorporaties veel weer de leiding geven bij de ontwikkeling van het huisaanbod in Nederland. Nog steeds komt het grootste deel van de ontwikkelingen niet terecht bij de Nederlanders die dit het hardste nodig hebben waardoor een eigen huis kopen voor velen onmogelijk zal zijn en daarmee ongelijkheid groeit. Nederlanders, ook veel die nog niet geboren zijn, worden nu al op een onoverbrugbare achterstand gezet.
Ik ben nogmaals blij dat er stappen worden gezet maar tegelijkertijd blijft het make-up op een monster smeren en zeggen dat het monster nu een prinses is. De woningmarkt lijdt aan betonrot en dat begint bij de basis.
Energiearmoede staat onvoldoende op de politieke radar
Staan de mensen die ons het hardste nodig hebben voldoende op de politieke radar? Ik betwijfel dat. De lage verkiezingsopkomst was al een slecht teken. En nu zien we steeds meer mensen wegzakken in de armoede zonder gepaste maatregelen om hen te helpen of nog meer situaties te voorkomen.
Staan de mensen die ons het hardste nodig hebben voldoende op de politieke radar? Ik betwijfel dat. De lage verkiezingsopkomst was al een slecht teken. En nu zien we steeds meer mensen wegzakken in de armoede zonder gepaste maatregelen om hen te helpen of nog meer situaties te voorkomen.
In de context van corona, de oorlog in Oekraïne, en oplopende inflatie mogen we de situatie voor de economie en onze inwoners gerust bijzonder ernstig noemen. Prijzen in de winkels schieten omhoog, huurprijzen staan onder druk, en de energielasten worden steeds groter. Ook in Eindhoven bijvoorbeeld zien we dat energiearmoede steeds grotere vormen aanneemt. Stijgende energieprijzen, soms met honderden euro's tegelijkertijd, drukken vele Eindhovenaren richting of in de armoede. Compenserende maatregelen komen nauwelijks aan bij de groepen die deze het meeste nodig hebben.
En problemen zijn er niet alleen met energiekosten. Alles wordt duurder. Hoe belangrijk dit is laat onderzoek van de FNV zien. Steeds meer mensen beginnen maaltijden over te slaan, doktersbezoeken uit te stellen, en bijna tienduizend (!!) kinderen in Nederland slapen in de daklozenopvang. In Nederland, waar miljardairs er sinds de corona-uitbraak negen miljard euro bijkregen....
De problemen zijn groot. In Jagershoef (Eindhoven) bijvoorbeeld, een wijk met veel sociale huurwoningen, worden inwoners geconfronteerd met stijgende huurkosten ten gevolge van oplopende energiekosten. En dat vanuit de woningcorporatie. Zelfs al zouden er afspraken zijn gemaakt met de gemeente dat veel van deze slecht geïsoleerde huizen geen huurverhoging zouden mogen krijgen.
En het gaat nog verder. Sommige huizen zijn opgewaardeerd naar hogere energielabels zonder dat er isolatiemaatregelen zijn genomen. De inwoners krijgen desondanks alsnog een huurverhoging. Mogelijk wordt deze in de toekomst kwijtgescholden maar voor sommige huishoudens die tegen het minimuminkomen aanzitten zal het tot die tijd financieel nog zwaarder dan gebruikelijk worden.
Dat kan niet, niet in Eindhoven, nergens in Nederland.
Samen met fractiegenoot Rosa van den Nieuwenhof heb ik daarom vragen gesteld waarom dit toch is gebeurd en wat het college van plan is om deze huishoudens te helpen. Maar ook om nog meer energiearmoede in Eindhoven te voorkomen.
Het is een begin, Brainport en de grote bouwprojecten zijn leuk en belangrijk, maar het welzijn van onze inwoners is nog vele malen belangrijker.
Jeugdproblemen in Vredeoord
Enkele maanden terug was ik op bezoek in Vredeoord om over inwonerparticipatie te praten. Een leuke frisse Eindhovense wijk met veel jonge gezinnen. En dat maakt de wijk ook bijzonder. Met 300-400 jongeren is het verhoudingsgewijs een van de jongste wijken van Eindhoven. Daarnaast is er bewust gekozen voor een representatieve mix van de samenleving waardoor er veel verschillende culturen, inkomensgroepen, en allerlei (sociale) uitdagingen zijn. Eindhoven in het klein dus.
Enkele maanden terug was ik op bezoek in Vredeoord om over inwonerparticipatie te praten. Een leuke frisse Eindhovense wijk met veel jonge gezinnen. En dat maakt de wijk ook bijzonder. Met 300-400 jongeren is het verhoudingsgewijs een van de jongste wijken van Eindhoven. Daarnaast is er bewust gekozen voor een representatieve mix van de samenleving waardoor er veel verschillende culturen, inkomensgroepen, en allerlei (sociale) uitdagingen zijn. Eindhoven in het klein dus.
Tijdens het bezoek kreeg ik van de buurt veel goede input hoe zij participatie in Eindhoven ervaren en toch ook weer hoe het vooral beter moet. Maar dat is toch niet waar ik het nu over wil hebben. De buurt sprak ook over problemen met jeugd. Van overlast tot vandalisme. Groepen jongeren, vaak uit moeilijke omstandigheden, die puur uit verveling maar op straat hangen. Niet iets wat ik direct had verwacht in deze toch vrij nieuwe wijk.
Helaas is het ook geen op zichzelf staand verhaal. In de hele stad klinken steeds vaker identieke geluiden. Jongeren vaak uit gezinnen met financiële of andere problemen die niks te doen hebben en daarom maar de straat opzoeken en rotzooi trappen. Juist nu de economie en de samenleving weer opengaan is het belangrijk onze jeugd mee te nemen. Kansenongelijkheid bij de wortel aan te pakken. Het laat het belang van goed jeugdwerk zien maar vooral dat het nu ontbreekt aan geld, capaciteit en een goed plan.
Als PvdA Eindhoven hebben we goede plannen om het voor jongeren makkelijker te maken de begeleiding te krijgen die ze nodig hebben, zowel persoonlijk als groepsgewijs. Van meer geld voor jeugdwerk tot gratis/betaalbare lidmaatschappen bij sportverenigingen en andere activiteiten.
Maar veruit het belangrijkste is dat er een plan komt, een plan vanuit de gemeente om signalen van dit soort overlast in buurten op te pakken en om jongeren structureel uit de problemen te houden. Om kansengelijkheid te verbeteren. Want in Eindhoven moet iedereen kunnen meegroeien, zeker onze jeugd!
Om Vredeoord te helpen heb ik raadsvragen gesteld. Gedurende het proces hoorde ik dat zowel de gemeente als andere partners (inclusief woningcorporatie Trudo, Dynamo Jeugdwerken en WijEindhoven) concrete afspraken met de buurt wilde maken. Ik blijf het in de gaten houden. Want als het in Vredeoord goed gaat kunnen we dat als model voor de hele stad gebruiken.